Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van de nieuwste spelregels. Op deze pagina staan alle wijzigingen die dit seizoen en vorig seizoen zijn ingegaan.
De belangrijkste aandachtspunten voor scheidsrechters, maar ook voor coaches en spelers staan hieronder:

Geen 1-schotsregel meer als en speler valt/geblesseerd raakt
In Nederland was het gangbaar dat als er een speler op de grond lag, er een “1-schots regel” was. Dit is niet onderdeel van de spelregels. Er kan gewoon worden doorgespeeld. In paragraaf 4.6.b is nu een toevoeging gedaan wanneer er wel gefloten moet worden. Dit betreft “een speler die valt en/of geblesseerd raakt zonder contact, en niet onmiddellijk kan opstaan, en in een positie blijft die een mogelijk gevaar vormt voor hemzelf en anderen”. Hierbij is met name het cursieve deel relevant. Iemand die bij de zijlijn op de grond ligt is derhalve geen aanleiding om het spel te stoppen als de overige spelers zich elders bevinden.

Invullen wedstrijdformulier
De scheidsrechter is verantwoordelijk voor de juiste registratie van de wedstrijd, daar horen ook de spelers bij. Natuurlijk mag je van een coach of aanvoerder verwachten dat hij/zij het formulier zo goed mogelijk invullen. Mochten er fouten gemaakt worden, dient de scheidsrechter dit op te merken, de opstelling niet goed te keuren en dit vooral in overleg met de betrokkenen te corrigeren. Nu komt het voor dat er andere spelers op het DWF staan, dan in werkelijkheid op het veld, dat een verkeerde persoon met dezelfde achternaam geregistreerd staat of dat wissels niet ingevoerd zijn. Wanneer er dan bijvoorbeeld te oude spelers op het DWF staan, krijgt de vereniging hier achteraf een sanctie voor.  Zorg dus voor een goede legitimatie controle en juiste registratie.

Daarnaast zijn er elk weekend uitslagen verkeerd of gele kaarten aan verkeerde spelers toegewezen. We verzoeken alle betrokkenen om vooraf afspraken te maken over de afhandeling van de wedstrijden. Zodat na afloopdoor alle betrokkenen gecheckt wordt of de wissels goed ingevuld zijn, de uitslag klopt en eventuele gele kaarten goed verwerkt zijn.

Strafworp
Een strafworp moet worden genomen door degene wiens doelkans verloren gaat, of bij herhaalde overtreding op diegene wie de overtreding gemaakt wordt.
Indien deze speler, om wat voor reden dan ook, gewisseld wordt, mag vervolgens iedereen die na de wissel in het aanvalsvak staat, de strafworp nemen.

Voetbal
Alleen opzettelijk voetbal wordt bestraft. Onbewust voetbal kan dus genegeerd worden.

Opgooibal/sprongbal
Deze is niet meer van toepassing, een scheidsrechter moet dus altijd een keuze maken.

Steunbal
De zogenaamde “steunbal”, met de hand of een ander lichaamsdeel op de grond is geen overtreding meer. Wel wordt er soms gedoken naar de bal, waarbij er iemand anders “gelanceerd” wordt. Dat kan dan naar interpretatie van de scheidsrechter onder gevaarlijk spel vallen.

Voordeelregel
Uitgangspunt is zoveel als mogelijk het spel laten gaan, dus daar waar het kan voordeel geven. Ook als in de schotklok er nog enkele seconden zijn, is het geen spelhervatting als het team in balbezit blijft.

Rol van de coach(es)
Coaches zijn vrij om de bank te verlaten, met dien verstande dat er één coach tegelijkertijd onderweg mag zijn en de coaches aan de zijde van de bank moeten blijven.

Spelen wanneer iemand is uitgevallen waardoor je met drie personen staat
In wedstrijdkorfbal mogen alle aanvallende personen scoren. Er hoeft dus niet iemand uitgekozen te worden die niet mag scoren. In breedtekorfbal moet er een van de vier aanvallende spelers uitgekozen worden die niet mag scoren.

Tijdrekken
Passief spelen zoals bijvoorbeeld de bal vertraagd opbrengen naar het andere vak, dient bestraf te worden op welk moment dan ook in de wedstrijd. Indien het in de aanval gebeurt is het een spelhervatting voor de verdediging. Indien het in de verdediging gebeurt is het een bewuste overtreding en volgt er een vrije worp.

Ook in wedstrijden met schotklok kan er voor “passief spelen” worden gefloten. Ter verduidelijking de volledige tekst uit de spelregels:

Wanneer een speler of team, op enig moment tijdens de wedstrijd, speelt op een manier die uitsluitend gericht is op het behouden van balbezit. Het maakt niet uit of dit gebeurt bij het opbrengen van de bal van verdediging naar aanval of in het aanvalsvak waar acties gericht moeten zijn op het creëren van scoringskansen.

Voorbeelden van tijdrekken zijn:

  • te lang wachten met het passen van de bal;
  •  buitensporig passen met als doel het opbrengen van de bal naar de aanval te vertragen;
  • de bal terugspelen van de aanval naar de verdediging, tenzij dit wordt gedaan om een aanvallende actie op te zetten;
  • buitensporig passen zonder schotkansen te creëren;
  • het opzettelijk negeren van duidelijke schotkansen;
  • beide teams spelen passief om beurten of lijken de score te accepteren zoals deze is, zonder ambities om deze te veranderen.

De scheidsrechter fluit niet onmiddellijk om het spel te stoppen wanneer:

  • in de laatste fase van een wedstrijd met een geringe voorsprong het winnende team besluit voorzichtiger te spelen en grote risico’s te vermijden;
  • de strategie van het verdedigende team verandert en dit team probeert hun tegenstanders te dwingen om schotkansen te nemen door minder actief te gaan hinderen en het risico van een doelpunt te accepteren, in de hoop dat een niet succesvol schot een betere kans biedt om de bal te bemachtigen.

In beide gevallen mag het spel zich echter niet louter richten op het behouden van balbezit. In het spel van het aanvallende team moeten acties gericht op het creëren en benutten van scoringskansen herkenbaar blijven.

Bij het beslissen of spelers al dan niet passief spelen, moeten de scheidsrechters de volgende punten in gedachten houden:

  • de technische vaardigheid van de spelers;
  • de mate waarin de tegenpartij alles in het werk stelt om scoringskansen te voorkomen of balbezit te krijgen.

Schotklok
Even de belangrijkste zaken aangaande de schotklok op een rij, juist omdat er in de zomer van 2020 wijzigingen in de spelregels zijn geweest. Een overzicht van de mogelijke gebeurtenissen:

Gebeurtenis

Stop of reset van schotklok

Moment van (her)starten schotklok

Uitworp

Niet van toepassing

Aanvaller in balbezit

Vrije worp / spelhervatting

Gaat naar 25 seconden

Aanvaller in balbezit

Uitbal

Blijft staan op resterende tijd

Aanvaller in balbezit

Gemiste strafworp

Gaat naar 25 seconden

Aanvaller in balbezit

Blessure verdediger

Gaat naar 25 seconden

Zodra de scheidsrechter middels fluitsignaal het spel hervat

Blessure aanvaller

Blijft staan op resterende tijd

Zodra de scheidsrechter middels fluitsignaal het spel hervat

Overige situaties

Blijft staan op resterende tijd

Zodra de scheidsrechter middels fluitsignaal het spel hervat

 De volledige tekst aangaande de schotklok is in paragraaf 6.16 van de spelregels terug te vinden.

 Wijzingen per 2022

Het IKF heeft enkele spelregels gewijzigd m.i.v. 1 september 2022. Dit betreft de volgende wijzigingen:

  • Introductie van scheidsrechtersduo in plaats van scheidsrechter en assistent-scheidsrechter. Beide scheidsrechters van het duo zijn gelijkwaardig in het uitvoeren van de taken. Dit is met name gewijzigd in paragraaf 4.6, maar komt ook op andere plekken terug. In de Nederlandse competitie zullen er in een aantal klassen nog wel assistent-scheidsrechters in actie komen. In de ereklasse, Korfbal League en Korfbal League 2 zal alleen met scheidsrechterduo’s worden gefloten.
  • In Nederland was het gangbaar dat als er een speler op de grond lag, er een “1-schots regel” was. Dit is niet onderdeel van de spelregels. Er kan gewoon worden doorgespeeld. In paragraaf 4.6.b is nu een toevoeging gedaan wanneer er wel gefloten moet worden. Dit betreft “een speler die valt en/of geblesseerd raakt zonder contact, en niet onmiddellijk kan opstaan, en in een positie blijft die een mogelijk gevaar vormt voor hemzelf en anderen”. Hierbij is met name het cursieve deel relevant. Iemand die bij de zijlijn op de grond ligt is derhalve geen aanleiding om het spel te stoppen als de overige spelers zich elders bevinden.
  • Bij de golden-goal verlenging (paragraaf 5.3) is er een toevoeging gemaakt om te verduidelijken welk team de bal in bezit krijgt als het laatste schot voor de zoemer een doelpunt en een gelijke stand oplevert. Het team dat dit laatste doelpunt tegen krijgt, krijgt bij de start van de golden goal verlenging het balbezit.
  • De paragraaf 5.8 time-out is uitgebreid met de volgende alinea: Als de coach het time-outverzoek indient terwijl het spel al is onderbroken (uitbal, behandeling van geblesseerde spelers, overtreding van de regels), maar voor de herstart, wordt het verzoek alleen ingewilligd als het verzoek op tijd wordt gedaan zodat de tijdwaarnemer en jury het verzoek kunnen communiceren door een hoorbaar signaal en het ’time-out (T)’-teken te tonen voordat het spel wordt hervat. Als er niet voldoende tijd is om het verzoek van de coach te communiceren, wordt de time-out bij de volgende spelonderbreking aan de scheidsrechter gecommuniceerd en door de scheidsrechter toegekend.
  • De paragraaf 5.9 spelersvervanging is uitgebreid met de volgende alinea: Indien de coach het vervangingsverzoek indient wanneer het spel al is onderbroken (uitbal, behandeling van geblesseerde spelers, overtreding van de regels), maar vóór de hervatting, wordt het verzoek alleen ingewilligd als aan de volgende twee voorwaarden is voldaan:
    • De vervangende speler staat klaar op het vervangingsvlak;
    • het verzoek wordt gedaan, zodat de tijdwaarnemer en jury voldoende tijd hebben om het verzoek door een hoorbaar signaal en een ‘vervangings’-teken aan de scheidsrechter te communiceren voordat het spel wordt hervat.

Als het verzoek van de coach hiervoor niet voldoende tijd geeft, zal de vervanging wordt bij de volgende spelonderbreking aan de scheidsrechter medegedeeld en door de scheidsrechter toegekend.

Daarnaast zijn er nog diverse tekstuele verbeteringen aangebracht in alle vier de documenten zoals die onderdeel zijn van de spelregels. Klik hier voor alle geactualiseerde documenten op de website.